Terug naar overzicht

17-06-2021

Damaris Marletta: “Godsdienstvrijheid is een open dossier in Italië”

Damaris Marletta is afkomstig van het Italiaanse eiland Sicilië en studeerde rechten in Rome. Voor de Evangelische Alliantie Italië, een netwerk van christelijke kerken, zet zij zich als advocaat in voor evangelisch-protestantse gemeenten. IRS sprak met haar over de vrijheid van godsdienst in Italië.

Damaris Marletta: “Godsdienstvrijheid is een open dossier in Italië”

Damaris Marletta: “De bestaande wetgeving voor godsdienstvrijheid komt niet overeen met die van een democratische samenleving en stamt oorspronkelijk uit het fascistische tijdperk.”

WAT IS UW ROL BINNEN DE EVANGELISCHE ALLIANTIE ITALIË?

“Binnen de Evangelische Alliantie ben ik betrokken in de commissie voor bevordering van de godsdienstvrijheid. Hier kan ik met mijn expertise de protestants-evangelische christenen in Italië dienen. Zo houdt onze commissie iedere maand een overleg waarin voorgangers kunnen aanschuiven om vragen te stellen, bijvoorbeeld over het schrijven van de statuten of over de verwerking van de collecteopbrengst. In deze tijd van pandemie hebben wij er voor gezorgd dat gelovigen met een speciale verklaring naar een andere burgerlijke gemeente kunnen afreizen om daar een eredienst bij te kunnen wonen.”

WAAROM IS ER EEN COMMISSIE VOOR GODSDIENSTVRIJHEID IN ITALIË?

“De bestaande wetgeving voor godsdienstvrijheid komt niet overeen met die van een democratische samenleving en stamt oorspronkelijk uit het fascistische tijdperk. De Evangelische Alliantie Italië wil door overleg met politieke leiders ervoor zorgen dat er een vernieuwde wetgeving komt.”

“Op dit moment bestaan er voor de Italiaanse wet drie typen van geloofsgemeenschappen: Allereerst de Rooms-Katholieke Kerk, de tweede omvangt alle geloofsgemeenschappen die een verbintenis hebben gesloten met de Italiaanse staat en de derde categorie heeft geen dergelijke verbintenis.Over het algemeen maken kleinere christelijke denominaties of vrije gemeenten deel uit van de derde categorie. Volgens de wet is het voor deze gemeenten ‘toegestaan’ om erediensten te beleggen. Echter wordt de voorganger niet wettelijk erkend en mag deze geen huwelijk voor de wet sluiten. In de uitvoering van het ambt mag de voorganger niet op eigen initiatief mensen in de gevangenis of het ziekenhuis bezoeken. Dat het om een ongelijke behandeling gaat blijkt wel uit het feit dat rooms-katholieke priesters die werkzaam zijn in de gevangenenzorg salaris van de Italiaanse overheid ontvangen.”

“De Italiaanse regering maakt gebruik van een bepaald systeem om de religievrijheid gestalte te geven. Dit systeem staat in feite de vrijheid in de weg, omdat niet alle geloofsgemeenschappen een verbintenis met de Italiaanse Staat hebben of kunnen aangaan. De wet stelt dat iedereen gelijk behandelt dient te worden, maar in de praktijk blijkt dit gecompliceerder te liggen.”

WAT IS ER IN HET ONDERWIJS MERKBAAR VAN DE BEVOORRECHTE POSITIE VAN DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK?

“Op openbare basis- en middelbare scholen heeft de rooms-katholieke religie de primeur in het onderwijsprogramma. De docent is katholiek gelovig en wordt doorgaans aangesteld door een bisschop. Indien de docent ook andere lesbevoegdheden heeft, zoals Italiaans of Engels, komt de docent ook in aanmerking om een ander vak te doceren, zonder een sollicitatieprocedure door te maken. Als docenten op openbare scholen door de overheid worden betaald, dan zou er toch gelijkheid moeten zijn in de wijze van aanstelling?”

WELKE INVLOED HEEFT DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK OP DE WETGEVING VAN DE ITALIAANSE STAAT?

“De Rooms-Katholieke Kerk is zelfbewust van haar positie ten opzichte van de staat en andere geloofsgemeenschappen. In het jaar 1984 heeft de Italiaanse Staat en de Rooms-Katholieke Kerk een akkoord gesloten over de onderlinge verhoudingen, wat eigenlijk als een referentiepunt functioneert in de behandeling van andere religieuze groepen. Zo hebben vooraanstaande adviseurs de Italiaanse regering aangespoord om erediensten pas te erkennen wanneer er sprake is van een gemeenschap van minimaal vijfhonderd personen. Deze drempel is gebaseerd op de omvang van de kleinste rooms-katholieke geloofsgemeenschap in Italië. Belangrijk om te weten is dat het hierbij niet gaat om praktiserend gelovigen maar om mensen die gedoopt zijn. Doordat de overheid hierin de Rooms- Katholieke Kerk als referentiepunt neemt, komt het overgrote deel van de protestants-evangelische gemeenten niet in aanmerking voor een officiële erkenning. Al met al is het gebruikte model misplaatst en komt totaal niet overeen met de werkelijkheid van alledag.”

“Volgens mij ligt het probleem niet per definitie bij de Rooms-Katholieke Kerk, maar wel bij de Italiaanse staat. De wetgeving inzake godsdienstvrijheid lekt aan alle kanten en moet worden herzien. Inmiddels wordt er al meer dan veertig jaar gediscussieerd over een nieuwe wet, verdwijnt deze regelmatig naar de achtergrond en wordt goedkeuring steeds terzijde geschoven. Tot op de dag van vandaag is godsdienstvrijheid een open dossier in Italië, wat niet acceptabel is voor een land dat zich democratisch noemt.”

Foto: Damaris Marletta.

Terug naar overzicht